Maandag 16 mei 2005
Was het gisteren het mooiste moment van de dag, vandaag is het de meest zinloze actie die ik in tijden heb ondernomen en die mij doet twijfelen aan mijn integriteit bovendien. Niet vanwege zijn reactie, maar gewoon omdat ik het niet had mogen doen. Wat je noemt; het betere spijtwerk na de zonde. Ik heb natuurlijk ook al weer gerookt.
Waarom doe ik toch zulk soort dingen? Waarom kan ik niet gewoon drie weken Donuts eten, een beetje snotteren op de bank, zes keer About a Boy kijken en daarna doorgaan met mijn leven. Waarom ga ik altijd in de waarom-hebben-wij-elkaar-ontmoet-analyse.
Het is die waaromvraag die mij nekt. Het probleem is; ik weet dingen. Dingen die voorbij de vrouwelijke intuïtie gaan. Dingen die ik niet wil en hoef te weten, maar ik weet ze. God mag weten waarom, en Hij vertelt mij dat dus niet.
Hij geeft geen tekst en uitleg bij de beelden die Hij mij opdringt, geen gebruiksaanwijzing bij de voorspellende dromen die ik droom, geen verklaring voor de extra informatie die tot mijn beschikking staat. Bovendien is de informatie ook niet altijd geheel correct.
Als het Hem schikt, licht Hij een tipje van de sluier voor mij op en verder zoek ik het maar uit. En dat ga ik dan doen. Want ik kan mij niet voorstellen, dat ik zulke informatie voor Jan Lul krijg. Zelfs als het gewoon een lul van een vent betreft, besteed ik er toch snel een maand of drie aan, waarom ik ineens out of the blue doorkrijg dat hij nu weer een vriendin heeft, haar leeftijd weet en als ik echt mazzel heb, krijg ik haar gezicht ook nog op mijn netvlies geramd.
Bij een iets mindere lul, vraag ik mij gemiddeld een half tot anderhalf jaar af, waarom ik bijvoorbeeld door een stad loop, die de mijne niet is, en ineens denk - voordat ik ooit een woord met hem gewisseld heb maar slechts vanuit de verte eens naar hem heb gekeken - volgens mij woont hij hier in de buurt en inderdaad, als ik dan later woorden met hem wissel, is dat daar om de hoek.
En in het geval van de piloot heb ik veertien jaar lopen worstelen met de vraag of hij nu wel of niet mijn tweelingziel was en ik niet eigenlijk bij hem moest zijn, in plaats van bij willekeurig welke man ik op dat moment een relatie mee had. Omdat een onzichtbare hand, daags nadat ik voor het eerst met de piloot had staan praten, mij in mijn gezicht sloeg, met de woorden: ‘Zie je dan niet dat hij het is?’ Ik protesteerde, ‘maar hij is helemaal niet aantrekkelijk’ en ‘het is zo’n rare man,’ het mocht niet baten. Hij was het dus. Ik geloofde het, omdat ik in de spiegel zag dat ik daadwerkelijk een rode wang had.
Pas nadat ik hem veertien jaar later aan de telefoon had en ik sinds vijfentwintig dagen alleenstaande moeder was en hij net helemaal gelukkig met hun tweede, kon ik tot de conclusie komen dat er Boven zich kennelijk echt iemand vergist had.
Volgens Paulo Coelho hoeft een mens maar een keer door de ervaring van de onmogelijke liefde, goed die heb ik in ieder geval achter de rug. Maar er blijven natuurlijk nog heel veel ongelukkige liefdes over om doorheen te gaan. Of op zijn minst onbegrijpelijke.
In andere tijden hadden ze me allang op de brandstapel gegooid. En vandaag vind ik bijna dat ik niet beter verdien. Maar misschien moet ik niet zo hard voor mijzelf zijn. Ik heb niet gevraagd om al die extra gegevens, althans, niet dat ik mij kan herinneren. En wellicht schept deze zinloze e-mailactie de duidelijkheid die ik nodig heb. Dat telefoontje met de piloot was in ieder geval heerlijk bevrijdend. Ben daarna gelijk als een blok voor de klusjesman gevallen. Dus dat schoot lekker op.
Mooiste moment van de dag: Mijn vader zei dat hij van mij hield. Ik kan me niet herinneren dat hij dat ooit eerder tegen mij heeft gezegd.
Waarom doe ik toch zulk soort dingen? Waarom kan ik niet gewoon drie weken Donuts eten, een beetje snotteren op de bank, zes keer About a Boy kijken en daarna doorgaan met mijn leven. Waarom ga ik altijd in de waarom-hebben-wij-elkaar-ontmoet-analyse.
Het is die waaromvraag die mij nekt. Het probleem is; ik weet dingen. Dingen die voorbij de vrouwelijke intuïtie gaan. Dingen die ik niet wil en hoef te weten, maar ik weet ze. God mag weten waarom, en Hij vertelt mij dat dus niet.
Hij geeft geen tekst en uitleg bij de beelden die Hij mij opdringt, geen gebruiksaanwijzing bij de voorspellende dromen die ik droom, geen verklaring voor de extra informatie die tot mijn beschikking staat. Bovendien is de informatie ook niet altijd geheel correct.
Als het Hem schikt, licht Hij een tipje van de sluier voor mij op en verder zoek ik het maar uit. En dat ga ik dan doen. Want ik kan mij niet voorstellen, dat ik zulke informatie voor Jan Lul krijg. Zelfs als het gewoon een lul van een vent betreft, besteed ik er toch snel een maand of drie aan, waarom ik ineens out of the blue doorkrijg dat hij nu weer een vriendin heeft, haar leeftijd weet en als ik echt mazzel heb, krijg ik haar gezicht ook nog op mijn netvlies geramd.
Bij een iets mindere lul, vraag ik mij gemiddeld een half tot anderhalf jaar af, waarom ik bijvoorbeeld door een stad loop, die de mijne niet is, en ineens denk - voordat ik ooit een woord met hem gewisseld heb maar slechts vanuit de verte eens naar hem heb gekeken - volgens mij woont hij hier in de buurt en inderdaad, als ik dan later woorden met hem wissel, is dat daar om de hoek.
En in het geval van de piloot heb ik veertien jaar lopen worstelen met de vraag of hij nu wel of niet mijn tweelingziel was en ik niet eigenlijk bij hem moest zijn, in plaats van bij willekeurig welke man ik op dat moment een relatie mee had. Omdat een onzichtbare hand, daags nadat ik voor het eerst met de piloot had staan praten, mij in mijn gezicht sloeg, met de woorden: ‘Zie je dan niet dat hij het is?’ Ik protesteerde, ‘maar hij is helemaal niet aantrekkelijk’ en ‘het is zo’n rare man,’ het mocht niet baten. Hij was het dus. Ik geloofde het, omdat ik in de spiegel zag dat ik daadwerkelijk een rode wang had.
Pas nadat ik hem veertien jaar later aan de telefoon had en ik sinds vijfentwintig dagen alleenstaande moeder was en hij net helemaal gelukkig met hun tweede, kon ik tot de conclusie komen dat er Boven zich kennelijk echt iemand vergist had.
Volgens Paulo Coelho hoeft een mens maar een keer door de ervaring van de onmogelijke liefde, goed die heb ik in ieder geval achter de rug. Maar er blijven natuurlijk nog heel veel ongelukkige liefdes over om doorheen te gaan. Of op zijn minst onbegrijpelijke.
In andere tijden hadden ze me allang op de brandstapel gegooid. En vandaag vind ik bijna dat ik niet beter verdien. Maar misschien moet ik niet zo hard voor mijzelf zijn. Ik heb niet gevraagd om al die extra gegevens, althans, niet dat ik mij kan herinneren. En wellicht schept deze zinloze e-mailactie de duidelijkheid die ik nodig heb. Dat telefoontje met de piloot was in ieder geval heerlijk bevrijdend. Ben daarna gelijk als een blok voor de klusjesman gevallen. Dus dat schoot lekker op.
Mooiste moment van de dag: Mijn vader zei dat hij van mij hield. Ik kan me niet herinneren dat hij dat ooit eerder tegen mij heeft gezegd.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home