moeders en minnaars

Tuesday, August 02, 2005

Dinsdag 2 augustus 2005 - vervolg

Gershom, zoals de behaarde man bleek te heten, was grappig geweest. Hij had Marjolein aan het lachen gemaakt.
Ze was een half uur te laat aangekomen in de hotelbar maar hij had rustig op haar gewacht. Hij verwachtte ook geen excuus van Marjolein, wimpelde het met een handgebaar weg. Wachten was onderdeel van zijn bestaan. O ja, had Marjolein gedacht, Trees had de man bevlekt met haar rassenkennis, ondanks dat hij geen relikwieën op het lichaam droeg, schemerde de Davidsster door zijn overvloedige beharing heen.
Marjolein zou een slechte verraadster of veiligheidsbeambte zijn geweest. Al die uiterlijke kenmerken waaraan af te lezen viel dat iemand een terrorist of dief was, ontgingen haar volkomen. Alleen bij Tjalle had ze die ene keer dat ze hem gezien had, gedacht: volgens mij ben je niet te vertrouwen, in ieder geval niet goed bij je hoofd. Hoewel zijn donkerblonde krullen en zijn fris blauwe ogen onder een paar borstelige wenkbrauwen daar nauwelijks aanleiding toegaven. Ze wijdde het dan ook maar aan die blauwe maandag dat zij in Groningen rechten had gestudeerd. De Groninger was niet zo dol op de Fries. Op de vereniging waarvan zij lid was geweest, kwam vaak het gevleugelde ‘het kan vriezen, het kan dooien, maar geef mij maar een dooie Fries’ voorbij. Niet dat de leden authentieke Groningers waren, de meeste voelden zich ver verheven boven het boerenvolk dat op vrijdagavond uit de provincie naar de stad trok. Maar als de situatie erom vroeg, viel van iedereen een vijand te maken.
Gershom had in Libanon gediend, nu was hij muzikant. Er was geen muziekinstrument dat hij niet kon bespelen maar het meeste hield hij van de gitaar. De rondingen van het hout, de zachtste aanraking die een klank voortbrengt. ‘Alsof je een vrouw op schoot neemt. Je kunt haar laten huilen met enkel je handen, er zijn geen woorden nodig om haar pijn te doen en even zo goed kun je haar troosten met slechts een verschuiving van de vingers.’
Marjolein had toen hij dat zei, even aan Erik, die huilde als een baby, gedacht. Aan Erik, die toen nog maar een uur geleden in een ander deel van de wereld onaangedaan had staan toekijken hoe Sylvia hun derde de wereld in perste. Dat hij een keer gevloekt had, kwam omdat zij hard in zijn hand had gebeten op het moment dat het hoofdje stond. Toen had de verloskundige haar hand tot een kelk gevormd, Sylvia het signaal gegeven dat ze door mocht gaan, de glibberige schedel omvat en in de laatste perswee het nieuwe leven naar buiten getrokken. Het meisje huilde terstond, ze had het zwaar gehad in de stortbevalling van maar anderhalf uur.
Erik was blij geweest dat hij de kamer kon verlaten om de grootouders te bellen. Hij begreep niet waarom mannen hierbij wilden zijn. Hij belde eerst die van Sylvia, dat waren tenslotte de ouders van de vrouw die het werk had verricht. Zo fair was hij wel. Vervolgens zijn ouders maar die namen niet op. Dat was ook zo, ze zaten twee dagen in de Ardennen, een derde kleinkind is geen reden meer om voor thuis te blijven. Omdat Erik vond dat hij nog even de tijd had voordat hij geacht werd zich weer bij moeder en kind te voegen, stuurde hij Marjolein een sms-je. ‘Ik heb alweer een meisje.’ Het sloeg nergens op, alsof zij dat wilde weten. Hij verlangde naar haar, het lichaam van Marjolein wist hem te raken. Bovendien was zij de enige vrouw bij wie hij zich niet schaamde dat hij liever huilde dan klaarkwam.
Op het nachtkastje naast de twijfelaar die de hotelkamer van Marjolein rijk was en waar zij en Gershom na twee flessen Chablis in waren beland, liet de telefoon met een indringend piep-piep weten dat er een nieuw bericht was. Pas tegen de ochtend, toen Marjolein de rusteloosheid probeerde te verdrijven die deze slapende man in haar bed bij haar opriep, maakte ze gebruik van de optie, nadat ze Erik’s bericht had gelezen, om te antwoorden.

Bij Mirjam was abortus nooit een optie geweest. Niet omdat ervan uitgegaan werd dat haar jonge gezonde lichaam niet in staat was gehandicapte kinderen voort te brengen en ook niet vanwege geloofsovertuigingen dat abortus moord was. Maar omdat de moeder van Mirjam haar eerstgeborene na vierentwintig uur had moeten teruggeven aan de schoot van moeder aarde. De vijf kinderen die zij daarna nog gebaard had, hadden nooit het wonder kunnen verrichten waar zij op gehoopt had: de leegte op te vullen die haar oudste zoon had achtergelaten. Dat wisten haar levende kinderen. Er was geen dag voorbij gegaan dat hun moeder hen niet gewezen had op de ontbrekende aanwezigheid van één van hen. Wellicht dat de baby die Mirjam onder haar hart droeg, de verlossing zou brengen waar Mirjam’s moeder sindsdien op had gewacht.
Tjalle werd uit de voogdij ontzegd. Niet omdat de ouders van Mirjam hun vertrouwen in hem verloren hadden maar om zijn daad iets minder strafbaar te maken. Nu was het gewoon een man van vierenveertig die een relatie had met hun dochter van bijna zestien en van wie zij tegenwoordig zeiden dat het niet lang meer duurde eerdat zij zeventien werd.

Zoals Erik op een jongen gehoopt had, zo hoopte Marjolein soms als zij de omwentelingen van het aanstaande leven in haar lichaam voelde, dat het een mongool was. Werd van mongolen niet gezegd dat zij altijd blij waren. Gewoon gelukkig in de verwondering van hun bestaan. Het leek Marjolein wel wat een bevrijd mens op de aarde te zetten. Een mens zonder beladen te zijn met een verleden van vergeten voorouders en dat geen loyaliteiten op zich zou nemen omwille van de geschiedenis. Een mens waarin nooit een terrorist gezien zou worden ook al kwam de vader uit een oorlogsgebied. Een mens, dat mocht het zich een keertje schuldig maken aan een klein vergrijp, vergiffenis geschonken zou worden omdat het een mongool nu eenmaal aan inzicht ontbrak. Alsof de rest van de mensheid wel wist waar hij mee bezig was.
Als mensen aan Marjolein vroegen wat het was, omdat zij gezien haar leeftijd ervan uit gingen dat zij de nodige echo’s en punctie’s achter de rug had, en het geslacht geen verrassing meer voor haar zou zijn, zei ze: ‘de kans is groot dat het een mongool is.’ Er was tot nu toe niemand geweest die daarna had gezegd: ‘Ik bedoelde een meisje of een jongen.’ Mensen hadden haar slechts verschrikt aangestaard en in hun ogen zag zij het oordeel over haar vormen. Sommigen vonden haar dapper dat zij zich schikte naar God’s wil. Anderen vonden haar dom dat zij geen gebruik maakte van de mogelijkheden van de moderne wetenschap die zo ver ontwikkeld waren dat een onvolmaakt mens niet meer geboren hoefde te worden.
Gershom had haar verteld dat een man in zijn land nooit voor honderd procent goedgekeurd wordt voor militaire dienst. Zevenennegentig procent is het hoogst haalbare. De besnijdenis zorgt ervoor dat geen soldaat perfect is. Onvolmaakte mensen mogen sterven. Onvolmaakte mensen moeten dood.
Het derde meisje van Erik en Sylvia was zo gezond en perfect als de eerste twee. Er was dan ook geen reden te bedenken waarom het ontroostbaar was. Het hoorde ook niet ontroostbaar te zijn. Dat paste niet bij hun twee-onder-een-kap in Bussum. Hun gezamenlijk inkomen, zijn vliegenierspet, haar dierenartsenpraktijk. De universitaire opleiding die haar te wachten stond en de vakantie’s over de hele wereld. Gek genoeg was Erik de enige die geen moeite had met het immer krijsende kind. Als Sylvia uitgeput met de oordoppen in, een rusteloze slaap sliep, de zenuwen tot het uiterste gespannen, wiegde hij het meisje monotoon heen en weer zonder zich te storen aan het feit dat zij haar hoge trillende keelklanken bleef herhalen. Soms huilde hij zachtjes met haar mee, dacht aan Marjolein en begroef zijn neus in de nek van wat zijn lievelingsdochter zou worden. Ze rook naar zoete koekjes.
Gershom had scherp als knoflook geroken maar was zacht geweest als een vrouw. Hun lichamen hadden bij elkaar gepast, in elkaar gepast als een tweeling in een baarmoeder. Elke holte ontleende zijn bestaansrecht aan de uitstulping van de ander. Het had niets te maken met het feit dat zij even groot waren, of man en vrouw.
In tegenstelling tot zo vaak had Marjolein het goed gevonden dat hij bij haar bleef. Ze had het aangenaam gevonden dat hij niet gelijk op zoek was gegaan naar een doekje of een glas water. Of een ander voorwerp om de vrijgekomen schaamte die volgt op een orgasme mee te verbergen. In het donker van de geblindeerde hotelkamer had hij liedjes voor haar gezongen in een taal die ze niet verstond. Zijn lichaam nog op dat van haar.
‘Did your soul got hurt?’ Het was eruit geflapt voor Marjolein er erg in had. Verschrikt had ze haar hand voor haar mond geslagen, haar hoofd van hem afgewend. Waarom vroeg ze dit nu. Zij die zo min mogelijk over het zelf in stand gehouden lijden van de mens wilde weten. Met zijn hand om haar kin had Gershom haar gedwongen hem aan te kijken.
‘Not so much as yours.’
De dwingende greep van zijn hand voorkwam dat Marjolein haar hoofd opnieuw kon afwenden. Ze kon alleen haar ogen sluiten als ze niet wilde weten dat hij zag dat ze huilde.

‘Denk nooit dat je een jood bent,’ zou Marjolein later tegen haar zoon zeggen. ‘Ik heb je alleen laten besnijden omdat je perfect was. Je had eigenlijk een mongool moeten zijn.’
Mirjam zou nooit iets zeggen tegen haar zoon. In de koude verlaten schuur, waar ze verkozen had in alle eenzaamheid het wonder waar haar moeder op zat te wachten op de wereld te zetten, hoefde ze alleen nog maar de navelstreng die al om het nekje gewikkeld zat iets strakker aan te trekken. Mirjam zou haar moeder laten zien hoeveel ze van haar hield.
Toen ze Mirjam en de volmaakt gezonde zoon vonden, was haar jonge blozende meisjeslichaam, dat gewillig als jong vlees is, de boreling eruit had geperst maar van geen loslaten had geweten toen het om de placenta ging, verschrompeld tot dat van een oude vrouw. De baby was koud, dat wel, maar je kon nog goed zien dat het een prachtige achtponder was waar een vader trots op had kunnen zijn.

1 Comments:

  • At 7:30 AM, Anonymous Anonymous said…

    Eerst dacht ik dat ik een doktersroman bladerde, even later las ik mezelf in een pilotenroman, weer wat later leek het op de Chick. Ik vind het een pracht verhaal, dit schreeuwt om meer -niet van hetzelfde. Waarom word je geen schrijfster? Je lijkt het in je te hebben.

     

Post a Comment

<< Home