moeders en minnaars

Thursday, August 11, 2005

Donderdag 11 augustus 2005

De weduwnaar en ik kennen elkaar al zo’n kleine twintig jaar. Wij zijn vrienden. Maar niet van het soort dat wekelijks met elkaar belt of toch minstens elke drie maanden contact met elkaar heeft. Wij hebben intervallen van jaren. Zo heeft zijn vrouw rustig de afgelopen jaren opgevreten kunnen worden door kanker zonder dat ik dat wist. Vijf maanden geleden dood kunnen gaan, zonder dat ik daarvan op de hoogte ben gesteld. Onze laatste samenkomst betrof de kraamborrel van mijn jongste jongen, zijn dochter toen net een jaar oud. Je begrijpt, er viel een hoop bij te praten.
In de feel-good-movie was de scène in het café vast geschrapt. Is het gepast om zo snel na de dood van je vrouw te praten over hoe je eigenlijk op dit moment maar naar één ding verlangt? Namelijk naar seks. Mag je de grap maken ‘dat je van chemo niet geil wordt?’ Zoals ik even daarvoor de gouden tip onthuld had hoe de resterende zwangerschapskilo’s kwijt te raken: een goed stukje echtscheidingsstress. ‘Mijn tieten kwijt maar mijn armen terug.’
In de feel-good-movie ontmoet de alleenstaande moeder vaak een weduwnaar. Die heeft namelijk een schoon verleden, niet dat van een vreemdganger, zoals de gescheiden vader in werkelijkheid wel vaak heeft. De onschuldige moeder verdient een onschuldige vader. Na gepaste tijd - dat wil zeggen als het ergste leed geleden is - ontmoeten zij elkaar en langzaam terwijl de kinderen samen spelen, bloeit de romance op. Dat is een mooi verhaal, een happy end. Aan het kutbegin wordt nauwelijks aandacht besteed. Een traantje bij een graf hier, een extra-benadrukkend-wat-voor-een-klootzak-de-ex-is-telefoontje daar, en ze leefden nog lang en gelukkig.
De weduwnaar en ik zullen niet lang en gelukkig leven, althans niet met elkaar. Ik heb niet de hots voor hem, noch ben of zal ik verliefd op hem worden. Je kunt natuurlijk zeggen dat ik op deze manier van tevoren elk geluk uitsluit door zo snel tot de conclusie te komen maar ik weet wat ik weet. Bovendien kennen wij elkaar lang. De gecompliceerd vallende dominostenen van het lot leiden in ons geval niet tot elkaar. Maar ik sluit niet uit dat wij wellicht een dezer dagen het bed zullen delen.
Een yogalerares, die nogal van de tantra is, heeft mij eens haar man aangeboden. Ik heb bedankt. En omdat ik toen nog geloofde dat ik niet van de getrouwde mannen was en omdat ik geen hormonale activiteit gewaar werd bij het aanschouwen van haar echtgenoot. Dat laatste is toch eigenlijk een minimaal vereiste voor mij maar gisteren in het café dacht ik: waarom niet als ik je zo kan helpen. Je bent mijn vriend. Schouders genoeg in je omgeving, die hoef ik je niet aan te bieden. Jij hebt behoefte aan een kut en ik heb er één.
De ontmaagding van de weduwnaar is vast geen eenvoudige seks. Vier jaar van woekerende cellen neuk je niet schoon van je af. Kan je dat dan niet beter met iemand doen die je vertrouwt? Bij wie je met een gerust hart kunt janken. Je snot tussen haar borsten kunt afvegen.
Ik heb ook gejankt, toen de kleine prins de alleenstaande moeder ontmaagde. Maar ik heb gewacht tot hij sliep. Ik wilde niet dat hij dat zag. Hij was te jong om dat te begrijpen. Zou er van alles over gedacht hebben wat er niets mee te maken had. Bij mijn doordeweekse dinsdagse minnaar kon ik wel janken toen hij mij aankeek. Zoals hij dat ook bij mij kon. Verbonden in ieder je eigen shit. Dat is de rijkdom die zij te bieden heeft.
Niet alles wat je er zogenaamd van kunt leren, of hoe je er sterker door wordt. Maar het besef van emotionele armoede waar veel mensen in leven. En dat besef maakt dat je nooit niet, met niemand niet, zou willen ruilen. Want jij hebt iets ontdekt waardoor je werkelijk beseft dat je een gezegend mens bent. Niet altijd, niet continu. Maar één werkelijk gezegende seconde is goud waard. ‘Echter onmogelijk uit te leggen aan mensen die dood alleen maar zien als iets slechts.’ Dat was de tweede frustratie van de weduwnaar: de conventies.
Mooiste moment van dag: Met mijn jongens naar de bovenbuurvrouw gezwaaid terwijl zij vandaag voor het eerst na haar Brazilian Wax, zoals zijzelf haar chemokuur noemde, zonder pruik de honden uitliet. Zij droeg haar pruik voor de buitenwereld, vertelde zij mij eens. De omgeving ziet liever niet dat je de dood in de ogen kijkt. En zij had niet de energie om zich steeds weer te verantwoorden. Pruik op, niemand die het ziet. Niemand die er last van heeft.

4 Comments:

  • At 12:37 AM, Anonymous Anonymous said…

    zo bouw je de spanning wel op natuurlijk, laat je t ons ook weten wanneer je effectief ook eens ferm van bil bent geweest ? ;-)

    soms is er eventjes niet meer dan dat nodig.

     
  • At 8:15 AM, Anonymous Anonymous said…

    Hoezo feelgood ? Ook in de films moet ik toch ook altijd huilen...hoe stom ook......

     
  • At 12:20 AM, Anonymous Anonymous said…

    welke movie was het dan?

     
  • At 12:21 AM, Anonymous Anonymous said…

    Wat trouwens een mooie (road)movie is: My Own Private Idaho! (net uit)

     

Post a Comment

<< Home